zondag 2 mei 2021

Nynke van der Wal - De toegankelijkheid van Stedelijk Museum Kampen vergroten

 Normaal gesproken staan de deuren van het Stedelijk Museum aan de Oudestraat wijd open voor bezoekers. Door de coronamaatregelen is het helaas gesloten. Benieuwd naar de dromen van directeur Nynke van der Wal mocht ik er tot mijn grote genoegen - via de achterdeur - toch naar binnen en werd ik, mede door Nynkes hartelijke ontvangst, direct weer ‘gepakt’ door de gastvrije sfeer van - zoals Nynke zelf zegt - dé parel van onze prachtige Hanzestad.

Vrijwel een jaar geleden (1 april 2020) startte Nynke met haar baan als directeur van het Stedelijk Museum: “Vreemd om tijdens een lockdown aan deze baan te beginnen. We zijn meer dicht dan open geweest. Ik mis uiteraard de bezoekers en de aandacht voor de vaste en wisselende exposities, ook heb ik meer de helft van onze vrijwilligers nog niet fysiek ontmoet. Deze mensen horen – naast de vaste medewerkers – bij de museumfamilie, dus dat vind ik echt jammer! Ik kom graag in contact met anderen. Als ik mijn dromen voor dit museum wil waarmaken, lukt het alleen met deze betrokken mensen en met de bezoekers.”

Nynke (1985), geboren in de Noordoostpolder, verhuisde op haar twaalfde met het gezin naar Zwolle. “Na mijn middelbare school besloot ik een jaartje naar Spanje te gaan, op avontuur en de Spaanse taal leren. De combinatie met Barcelona, een stad vol cultuur, maakte dit dat ik mijn hart kon ophalen. In deze periode besloot ik om bij terugkomst kunstgeschiedenis in Groningen te studeren. Ik heb een groot hart voor geschiedenis, bovenal voor objecten met verhalen. Dit kan van alles zijn: straten, gebouwen en opgegraven objecten tot wat recent gebeurd is. Geschiedenis ontstaat op elk moment. Ik was al jong gefascineerd door de schoonheid van kunst. Vooral omdat kunst past in de context van een bepaalde tijd. Kunst staat nooit op zich, je kunt het altijd relateren aan iets wat op dat moment gaande was in de wereld. Dit leidt tot een kunstwerk of omgekeerd. Kunst kan ook een beweging in gang zetten. Ik kom uit een familie van kunst- en cultuurliefhebbers, dus kunst is mij met de paplepel ingegoten.” 

Leren kijken
“Als je kunstgeschiedenis studeert, bereik je later niets.” Met deze stelling werd ik door verschillende mensen geconfronteerd, maar ik vond het belangrijk om te doen waar mijn passie lag. Ik trok me er niets van aan en studeerde met veel plezier. Ik vergaarde kennis en leerde kijken.” Hoe kijkt iemand naar kunst? “Iedereen kijkt met een bepaalde achtergrond. Ervaringen filteren ons kijken. Iedereen ziet iets anders in een object. Ik leerde naast beeldende kunst veel over architectuur. Daarom kijk ik niet alleen naar wat ik zie, maar ook naar het contextuele, het hele verhaal over het ontstaan. In welke streek of stad? Wie gaf de opdracht? In welke stijl is het werk gemaakt? Et cetera.”

Jan van Eyck
“Ik ben afgestudeerd op kunstschilder Jan van Eyck (1390 – 1441), naast Rogier van der Weyden een van de voornaamste vertegenwoordigers van de Vlaamse Primitieven. De opleiding in Groningen is gespecialiseerd in deze Vroeg Nederlandse Kunst. Hoogleraren, die zich in deze stroming hebben ontwikkeld, geven daar les. Ik ben aangestoken door het enthousiasme van een docent die veel onderzoek deed naar de Vlaamse Primitieven en hier boeken over schreef. Het verhaal dat hij vertelde en de manier waarop hij de studenten meenam in kijken naar kunst, grepen mij. Letten op minuscule details in schilderijen van Eyck, zoeken naar hoe je zo goed mogelijk met olieverf omgaat, maar ook zo goed mogelijk weergeven van perspectief. Zo ontstond mijn liefde voor Van Eyck.”

“Een universitaire studie is vrij theoretisch. Ik kwam er pas achter wat je er in de praktijk mee kunt doen, toen ik, onder andere bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam werkte, die een Van Eyck in de collectie heeft. Het is belangrijk om eigen invulling te geven aan kennis, zo kwam ik erachter dat managementtaken iets voor mij zijn. Ik blijf van de inhoud houden, mijn hart ligt echt bij de museumwereld en als directeur stuur ik op grote lijnen en daarmee kan ik bepaalde doelen c.q. dromen verwezenlijken.”

Het verhaal
“Kampen heeft een rijke geschiedenis. Het is een stad naar mijn hart. Fascinerend is dat het soms nog wat onontdekt lijkt. Het museum is gevestigd in het oude en nieuwe raadhuis, twee gebouwen met geschiedenis. Ook is er de voormalig synagoge met een geschiedenis, die mij ook erg fascineert. In het Boijmans heb ik een onderzoek geleid naar roofkunst, objecten die oorspronkelijk in Joods bezit waren. Hoe de joodse geschiedenis een plek krijgt in de synagoge vind ik niet alleen interessant, maar ook belangrijk. Wij hebben de vaste collectie in het museum, de geschiedenis van Kampen, met als topstuk de Schepenzaal. Alle objecten vertellen een verhaal en kun je in een context plaatsen. Die presenteren wij uiteraard via onze vaste collectie. We organiseren ook tentoonstellingen met hedendaagse kunst. Tenslotte willen wij ook een podium zijn voor kunst die je niet direct in dit museum verwacht. Die tegenstrijdigheid is gaaf. Zoeken naar wat elkaar net even bijt.”

Allesbehalve stoffig
“Wat mijn dromen voor dit museum zijn? Onder andere de toegankelijkheid vergroten. Hier wil ik de komende jaren met medewerkers en vrijwilligers, andere culturele partners en bewoners handen en voeten aan geven, zodat mensen hier in de toekomst nog makkelijker binnenkomen. Mijn ambitie is dat zowel volwassenen als kinderen, bezoekers aan of inwoners van Kampen van uiteenlopende exposities en de imposante eigen collectie kunnen genieten en volop verhalen ophalen over de rijke geschiedenis van Kampen. De verhalen zijn lokaal, maar hebben vaak een universeel karakter. Dit is een kans om er andere landen en culturen aan te verbinden. De tentoonstellingen met hedendaagse thema’s en kunst zij hier een geweldige aanvulling op. Soms wil ik ook iets geks doen. Mensen prikkelen om anders te kijken, vind ik echt leuk. Ik hoor soms mensen zeggen: “Dat had mijn kind kunnen maken.” Ik geniet dan, want mensen kijken naar het werk en hebben het erover. Een museum is allesbehalve stoffig!” 

Tolerantie
“Die laagdrempeligheid gaat ook over de jeugd. Ik wil dat kinderen hier komen en leren over (de geschiedenis van) hun stad en ze stimuleren om erover na te denken. Mijn droom is dat kennis over andere culturen, landen en geschiedenis leidt tot meer begrip voor je medemens, waardoor meer tolerantie ontstaat. Je leert ruimer te denken. Onbekendheid met het vreemde kan leiden tot intolerantie. Ik hoop dat we als museum een belangrijke rol kunnen spelen om de verschillen te verkleinen. De bereidheid is er wel, maar misschien is het makkelijker als er een platform voor is door bijvoorbeeld goed samen te werken met basisscholen.

Wat mij zowel beroepshalve als persoonlijk motiveert, is het contact met anderen. Ik ben nieuwsgierig naar mensen. Ik droom van een wereld waarin meer tolerantie is, meer begrip voor elkaar. Uiteindelijk zijn we allemaal sociale wezens.”

Concrete ontwikkelingen
“In het afgelopen jaar zijn we belangrijke projecten gestart, waarvan een aantal gericht op de collectie (10.000 objecten deels in de zaal, deels in depot). Deze bekijken wij opnieuw goed en beoordelen of het object nog bij het museum past. Misschien past het elders beter en kunnen we het uitlenen? Ook willen we objecten online voor bezichtiging beschikbaar stellen. Daarnaast gaan we het museum herinrichten. De huidige collectie-presentatie bestaat twaalf jaar, dat is best lang. Deze presentatie is meer permanent dan de tentoonstellingen, maar af en toe wisselen zodat er iets nieuws te zien is, moet wel. De herinrichting gebeurt gefaseerd. We zijn al begonnen om de Schepenzaal beter toegankelijk te maken. De zaal, die vrijwel helemaal intact is, is uniek in Nederland. Dit verhaal moet zowel letterlijk als figuurlijk op een laagdrempelige manier bij de mensen gebracht worden.”

Canon museum
“We zijn er trots op dat het groeiende netwerk van Nederlandse Canon musea Stedelijk Museum Kampen opneemt. In deze musea sta je oog in oog met topstukken met de hoogte- en dieptepunten uit de Nederlandse geschiedenis. De collectiestukken belichten uiteenlopende verhalen uit de Nederlandse geschiedenis. De opname in het netwerk is bijna rond. Een van de vensters op de Canon-website is ‘Hanze’. Wij leveren in samenwerking met het Stadsarchief hiervoor een paar interessante objecten en verhalen en daarmee zijn wij dan officieel een Canon Museum.”

Patronen in de zomer
“Deze zomer is er een expositie van Christie van der Haak, een Haagse kunstenares die hele zalen, gebouwen en meubels bekleedt met patronen die ze ontwikkelt. Op dit moment zijn we druk met de voorbereidingen bezig. Ook hierin zoeken we de verbinding met onze partners en bewoners. Kunnen we misschien iets aan de gevel van het museum doen? Misschien willen de ondernemers in de binnenstad samenwerken? Kunnen we de jeugd bij deze expositie betrekken? Misschien is dit de belangrijkste droom: niet alleen laten weten wie we zijn en wat en voor wie we het doen, maar ook verbinding zoeken. Laten participeren in onze activiteiten. Tenslotte zijn we allemaal trots op deze parel, toch?”

woensdag 20 januari 2021

Gerrie Kragt – “Als ik hier en daar maar een beetje kleur kan geven”

Bewust of onbewust een ‘rondje stad’ afsluiten via de Geerstraat met het excuus bij t Kroegje nog even neer te ploffen voor een drankje en uiteraard een goed gesprek was meer regel dan uitzondering. Was, want die ‘spontane’ opwelling vond plaats in een andere tijd. Gelukkig opende Gerrie Kragt tijdens de tweede lockdown haar deur (met goedkeuring van hond Shep) om samen even heerlijk weg te dromen. Heerlijk? Ja, zelfs de realistische Gerrie droomt over een betere wereld en een mooier Kampen…

Van jongs af aan wilde Gerrie verpleegster worden: “Ik moest voor mijn opleiding stagelopen en dacht dat ik kon kiezen uit een bejaardentehuis of ziekenhuis, maar ik kwam uiteindelijk terecht bij een psychiatrische inrichting in Veldwijk. Ik was 17 en zoog alle indrukken als een spons op. Die tijd was overweldigend en een ervaring die – ondanks fragiliteit – een stevige basis legde voor mijn verdere leven."

One flew over the cuckoo’s nest
"Ik dacht op die leeftijd een hele dame te zijn, maar bij nader inzien heb ik daar de meest zware en de meest fantastische tijd meegemaakt. Ik werd voor het eerst geconfronteerd met mensen die de gekte van alle dag vertegenwoordigden, bijvoorbeeld mensen met godsdienstwaanzin en oorlogstrauma’s. De situatie was vergelijkbaar met ‘One flew over the cuckoo’s nest’, de uit 1975. Iedere dag was onvoorspelbaar en ik vond het fascinerend.

Het uitgaansleven was minstens net zo heftig. Toen ik na een halfjaar (graatmager) thuiskwam, had ik tijd nodig om bij te komen. Toen realiseerde ik me dat de rol van verpleegster niet voor mij was weggelegd. In de zomer van dat jaar zocht ik ontspanning op een terrasje en ontmoette daar fotograaf Ton Kruithof. Hij zocht iemand voor in zijn winkel. Ik heb vervolgens twaalf jaar in zijn fotozaak gewerkt. Niet alleen verkocht ik materialen en ontwikkelde ik foto’s, ik leerde zoveel over het vak dat ik fotoreportages mocht maken. Een geweldige tijd! Ik kwam overal. Toen hij verhuisde naar de Flevoweg besloot ik te stoppen."

’t Kroegje
"Het liefst wilde ik een studie psychologie oppakken. Ik vond en vind het erg boeiend om me te verdiepen in de beweegredenen van mensen. Wat maakt dat ze iets doen? Of juist niet? Inmiddels had ik mijn man Berry Selles ontmoet, hij ging in die tijd naar het conservatorium. Het leek ons niet verstandig om allebei uit het werkende leven te stappen. Een vriendin nam in die periode een kroeg over en vroeg of ik daar af en toe wilde schoonmaken. Dit werk breidde uit totdat ik tenslotte achter de bar stond. Ik had altijd gedacht dat het niets voor mij zou zijn!

Die vriendin ging een keer op vakantie en zij vroeg om nog een keer te vervangen. Ik zag het functioneren van die persoon met lede ogen aan. Het ging niet goed. Ik nam zijn rol over met als gevolg dat ik na enige tijd gevraagd werd om ‘t Kroegje over te nemen. Ik aarzelde, want ik was bang mijn vrijheid kwijt te raken. Toch moest ik er niet aan denken dat een ander hier de scepter zou zwaaien en er iets van zou maken dat niet aansloot bij hoe ik er invulling aan wilde geven. ’t Kroegje was mijn kindje geworden. Ik hakte de knoop door en we zijn inmiddels - zonder spijt - 21 jaar verder!"

Psychologie in de kroeg
"Ik ben erg geïnteresseerd in mensen. Hoewel het om psychologie van de koude grond gaat, kan ik in mijn rol als barvrouw mijn ei goed kwijt! Ik voer interessante gesprekken met dito mensen. Wat drijft mensen om een café te bezoeken? Wat zoeken zij er? De ‘truc’ is om onbevooroordeeld te blijven. Iedereen die hier binnenloopt, komt blank binnen. Deze overtuiging geldt niet alleen voor het café, maar is wat mij betreft de kracht van samenleven.

De leukste activiteit van het jaar is Koningsdag met livemuziek in t Kroegje en diverse muziekkorpsen in de Geerstraat. Uiteraard word ik dan vrolijk van de hoge omzet, maar nóg vrolijker van de heerlijke sfeer. Iedereen is vrolijk. Het is knetterhard werken, maar met het team heb ik de grootste lol. En natuurlijk de mooie liveconcerten. Het maandelijkse Literair Café vind ik ook geweldig. Mijn grootste trigger voor een goed gevoel blijft het contact met mensen, ongeacht welke activiteit ik organiseer. Soms zijn er op een doordeweekse avond maar zes klanten in ‘t Kroegje en heb ik een geweldige avond. Ik ben super gevoelig voor sfeer."

Berry
"Rond mijn twintigste ontmoette ik Berry. Dat  herinner ik me goed, want het begon met een ‘ruzie’. Ik hoorde eerder die dag toevallig een radio-interview met hem en begreep niets van wat hij vertelde. ’s Avonds sprak hij in een kroeg waar ik ook was aan de bar met iemand over dit interview. Ik ving dit gesprek op en kon niet nalaten me ermee te bemoeien en zei dat ik er geen touw aan vast had kunnen knopen. Gelijk bonje natuurlijk! Waar ik, trutje (volgens Berry), me mee bemoeide! Toch bleek deze start het begin van een lange en fijne tijd samen.

Twee jaar geleden overleed Berry op 71-jarige leeftijd. De kracht van onze relatie was dat we én veel samendeden, maar vooral ook onze eigen gang konden gaan. Ik hoorde ooit iemand zeggen: ‘Nee, dat mag ik niet van mijn vrouw.’ Dat verbaasde me. Stel je eens voor dat je op hogere leeftijd moet erkennen dat je door ‘dat mocht ik niet’ je dromen niet hebt kunnen verwezenlijken. Je moet je leven invullen en leiden op een manier zoals jij wilt. Wij lieten elkaar vrij in onze dromen.

Berry was gek van Amerika, van het landschap, de muziek tot en met de cowboylaarzen.

'When I die, take my saddle off the wall, place it on my pony and lead him from his stable take my bones to his bag, turn your face to the west and when they ride on the prairies, that’s what we love the best'

Deze tekst sloot aan bij de plek waar Berry begraven wilde worden, een klein stil plekje op de begraafplaats in Grafhorst met ‘zicht’ op een tredmolen, een rad dat door paarden in beweging komt. In Berry’s beleving was dit Amerika het sfeertje dat hij zocht om begraven te worden. Op zijn graf staat een grote steen met fantastische kleuren, waaronder (Arizona)rood. De steen is een metafoor die past bij Berry’s bezieling."

Koninklijke onderscheiding
Gerrie noemt zichzelf een doener, dat bewijst zich in de praktijk. Naast haar drukke leven als caféeigenaar, zet zij zich ruim 25 jaar in voor Ventura Kampen. Zij startte met Jan Lieftink te ondersteunen en is nu voorzitter. Gerrie is vanaf het begin betrokken bij Kerst in Oud Kampen. Mede door haar is dit festival uitgegroeid tot een jaarlijks regionaal evenement met ruim 90.000 bezoekers. Ook is Gerrie als begeleider actief voor de Stichting Idéfix, een stichting die jaarlijks een vakantieweek organiseert voor kinderen met een ernstige lichamelijke en geestelijke beperking. “Fantastisch om gedurende die week iets te kunnen betekenen voor die kinderen. Je geeft ze kleur. Dat is waar het mij om te doen is.”

Eind 2019 kreeg zij een koninklijke onderscheiding en werd benoemd als ridder in de orde van Oranje-Nassau. “Het was een prachtige bijeenkomst in de gouden zaal van het Stedelijk Museum Kampen met de burgemeester en commissaris van de koning in Overijssel. Terwijl ik met andere voorwendselen in de zaal zat, zag ik ineens mijn broers en zus. Ook kwam er een stoet figuren, waaronder de clown en koning van Ventura, de zaal binnenlopen, tegelijk met mensen van Idéfix. Met een schok realiseerde me dat dit over mij ging! Enigszins bekomen van de schrik ervoer ik alles als hartverwarmend. Al die mensen die zoveel moeite voor mij deden, terwijl ik bij Ventura en/of Idéfix nooit dat had kunnen bereiken zonder die mensen! Zonder licht geen voorstelling, zonder wassen geen schone kleren.”

Positieve inslag
Ondanks de lockdown blijft Gerrie positief: “Ik heb genoeg te doen, hoewel… soms heb ik het gevoel dat ik in de wachtkamer zit. De tijd wil ik nu bijvoorbeeld graag besteden aan vrijwilligerswerk. Maar hoe lang kan ik me dan committeren?  Ik wandel veel met Shep en er zijn genoeg achterstallige klusjes in huis. Ik vermaak me ook prima met lezen en -sinds kort- Netflix. Corona heeft me geleerd dat ik zonder ‘t Kroegje kan. Toch wil (en kan) ik nog niet stoppen. Ik laat me vrijwel nooit uit het veld slaan door negatieve en emotionele gebeurtenissen. Daar ben ik te realistisch voor en ik kan goed relativeren. Natuurlijk heb ik het verlies van Berry moeten verwerken en nog steeds. Kilometers heb ik met Shep gewandeld. Meer mensen zijn achtergebleven na het verlies van een dierbare. Zij hebben het gered. Ik kan dat ook. En daarbij, verdriet mag er zijn hoor!"

Hier en daar kleur geven
"Ik ben geen grote dromer, wel een dagdromer. Ik kan dromen over landschappen die niet bestaan, die ik in mijn fantasie steeds mooier maak.  En feitelijke dromen? Je kunt groot dromen, bijvoorbeeld over vrede op aarde, maar die illusie heb ik niet. Het zijn de kleine dingen die van grote betekenis zijn. Zo droomde ik ervan om ooit over het Rode Plein in Rusland te lopen en deze droom kwam uit. Dromen op dit niveau blijf ik houden. Ik wil bijvoorbeeld olifanten zien in hun natuurlijke leefomgeving.

Toch zijn het de kleine dromen die redelijk eenvoudig in de praktijk kunnen worden gebracht, bijvoorbeeld tonen van respect voor (de verschillen van) elkaar en mensen die elkaar niet beschadigen met een opmerking of actie. Ieder mens heeft het in zich om – al is het door iets heel kleins – kleur te brengen in het leven van anderen. Mensen aanraken, contact. Het belangrijkst vind ik om op een prettige en leuke manier de dagen door te komen, leuke en gekke mensen te ontmoeten en mooie dingen te zien. Ik geloof er heilig in dat dit op mijn pad blijft komen, omdat ik er open voor sta. Ik weet als geen ander dat je niet uit het raam moet staren voor een leuk leven, maar actie ondernemen. Geluk komt je niet aanwaaien.

Ooit heb ik eens gezegd dat ik een jaar in New York zou willen wonen. Het is er niet van gekomen. Spijt? Nee, ik stond een keer aan de andere kant van de IJssel met zicht op het stadsfront en werd overvallen door het gevoel dat dit mijn thuis is. Kampen ligt centraal in Nederland. De grootte is ideaal, ik vind het heerlijk om mensen te (her)kennen. Wanneer ik weer een tijd onafgebroken in Kampen ben, wil ik ‘gepakt’ worden door een andere omgeving en moet ik er eventjes tussenuit."

Dromen, durven én doen in Kampen
"Mijn wens is dat er vanuit de gemeente meer toekomstvisie en beleid komt over hoe kleur en creativiteit aan Kampen te geven. Schuif persoonlijke en partijbelangen eens aan de kant, stop met populisme, steek de koppen bij elkaar en maak een beleid voor de komende tien à twintig jaar. Wat voor stad willen we zijn? Voor wie en met welke uitstraling? Daarnaast lijkt het alsof door opgelegde regeltjes de speelruimte steeds beperkter wordt. Het is ontzettend jammer dat de academies weg zijn. De studenten brachten kleur aan in de stad. Gelukkig zijn er voldoende mensen en organisaties die initiatief tonen en is er veel wel mogelijk.

Zo’n veertig jaar geleden was er op de langste dag van het jaar een kunstmarkt in Kampen. Tijdens een van die dagen zag ik voor het eerst levende standbeelden en een vuurspugende draak. Een bont gezelschap trok door de stad. Het maakte enorme indruk op me. Ik vond het geweldig dat dit in Kampen kon! Later organiseerde ik samen met anderen Kerst in Oud Kampen en ik realiseerde me dat zoiets nog steeds mogelijk was. Naast bestaande activiteiten hebben we nog veel meer en ‘voor ieder wat wils’ in de aanbieding. Wat dacht je van al die koren? Organiseer een korenfestival! Een paar jaar geleden was ik in Leeuwarden, waar reuzen door de stad trokken. Ik liep met open mond achter de stoet aan en had maar één droom: dit soort activiteiten (nog) meer in Kampen.

Een oproep aan alle creatievelingen in onze gemeente is dan ook: blijf initiatief tonen! Droom niet alleen, maar organiseer het! Laat je niet leiden door beperkingen, blijf denken in mogelijkheden!"

 

 

zondag 26 april 2020

Yvonne Hofman - Kampen Inclusief


Yvonne droomt over stad waar iedereen ertoe doet:

"In deze mooie Hanzestad maakt het niet uit hoe je eruitziet, hoe je je gedraagt en wat je seksuele voorkeur is. Gender doet er niet toe. Dat geldt ook voor wat je gelooft, wat je afkomst is en vul verder maar in. Anno 2020 is deze droom helaas nog steeds niet vanzelfsprekend en wordt men nog steeds op al deze punten beoordeeld. Natuurlijk geldt dat niet alleen Kampen, maar in heel veel dorpen en steden. Maar ik ben in Kampen geboren en getogen, woon er nog steeds en richt mij op deze prachtige stad aan de IJssel.

Inclusieve samenlevingEen samenleving waar iedereen ertoe doet, noem je inclusief. Om dit te bereiken, is meer nodig dan alleen het gevoel bij mensen. Inclusief betekent ook dat er letterlijke drempels weggenomen moeten worden. Dat er bijvoorbeeld voldoende én gender neutrale toiletten in de stad zijn die voor iedereen toegankelijk zijn. Toiletten mét verschoningstafels voor volwassenen, want ook die zijn nodig.

SolidariteitOok wil ik dat we met elkaar als samenleving met elkaar de dialoog aangaan om op die manier van elkaar te weten te komen wat de ander voelt of nodig heeft. Ik droom over een stad waarin we solidair met elkaar zijn. Het Coronavirus heeft al voor veel extra solidariteit gezorgd. Ik hoop dat deze tendens na de crisis voortzet als een kring in het water die steeds groter wordt. Want een mooie samenleving zijn we met elkaar!”

maandag 20 april 2020

Robert de Reu - Ontwaak!


Robert de Reu (31) droomt over wakker worden. ‘Ontwaak!’ is dan ook zijn credo. Dit geldt niet alleen voor zichzelf of voor de inwoners van Kampen, maar het raakt de hele mensheid: “Durf zelf na te denken. Wat wil je? Als mens, als individu. Als een vrij wezen. Of laat je je liever leiden door het systeem?”

Robert komt oorspronkelijk niet uit Kampen, hij groeide op in Zwolle. Zijn zorgeloze jeugd krijgt rond zijn tiende een wending die bepalend lijkt voor de verdere invulling van zijn leven. Robert: “Ik moest aan mijn oren worden geopereerd. Dit bleken zware operaties, waarvan een resulteerde in een bijna doodervaring. Hoe heftig ook, deze ervaring was prachtig. Iedereen heeft tijdens een droom weleens het gevoel dat je valt. De angst zorgt er voor dat je wakker schrikt. Ik ging door deze angst heen, dus liet me doorvallen. Er was een tunnel vol kleuren die wij hier niet kennen. Kraakhelder. Deze ervaring ervoer ik als heel bevrijdend. Toen ik terug kwam, besefte ik niet goed wat ik had meegemaakt. Ik was er te jong voor. Wel bracht het dat ik tot aan de dag van vandaag niets als vanzelfsprekend aanneem, maar blijf doorvragen. Ik wil altijd meer weten en dat moet uitgelegd kunnen worden.

Kampen
Deze eigenschap werd later niet door iedereen gewaardeerd. Het zorgde er helaas voor dat Robert een aantal keren werd ontslagen: “Ik stelde kritische vragen en schaarde me niet achter bepaalde regels. Daarnaast moest ik bijvoorbeeld achter de lopende band knetterhard werken voor een mager loontje. Dat klopte in mijn ogen niet. Ik kon dit niet accepteren en wilde niet op deze manier een bijdrage aan de maatschappij leveren. Toch draag ik graag op een andere manier bij. Ik wilde samenwonen met mijn levensgezel Lotte, maar Zwolle bleek te duur. Wij besloten om ons ook buiten Zwolle als woningzoekende in te schrijven.” Ze kregen een leuk huisje aan de Oudestraat aangeboden om niet veel later samen met hun zoons Nova en Si een woning in Brunnepe, vrijwel direct gelegen aan het voedselpark De Groene Brunneper, te betrekken.

Groene long
Robert: “Voordat wij dit huis ongeveer vijf jaar geleden betrokken, liepen we over de naastgelegen dijk. Daar zagen we naast een grote boomgaard veel moestuintjes liggen. We waren direct enthousiast. Dit wilden wij ook! Die moestuinen moesten op een gegeven ogenblik weg. Het was de bedoeling van de gemeente dat er een ‘groene long’ door Brunnepe zou komen. Leuke plannen, dachten wij, maar tegelijkertijd zagen wij mogelijkheden om meer van dit groene stuk te maken: een eetbaar park met fruitbomen en –struiken. Niet alleen zou de buurt van de oogst genieten, ook de kinderen kregen het besef dat bijvoorbeeld een appel eerst aan een boom groeit voordat het in de winkel ligt. Wij ontwikkelden een plan voor dit gebied, schreven dit uit en dienden dit in bij de gemeente. Eerst informeerden wij in de buurt wat men ervan vond. Ze waren erg positief, maar stelden zich ook kritisch op. Zij kenden ons niet en ze geloofden niet direct in een akkoord van de gemeente. Met behulp van wijkverbinder Marjolein Geurtsen begon het beetje bij beetje te lopen. We kregen (uiteindelijk) gehoor en het lukte om onze plannen voor een voedselpark uit te voeren.

De Groene Brunneper
Vorig jaar is er een stichting in het leven geroepen waar het voedselpark onder valt, namelijk: De Groene Brunneper. Deze stichting bestaat uit Lotte Versteeg en Robert de Reu en Evianne Schuurman. Robert: “De oogsten van de oude vruchtenbomen en bessenstruiken zijn groot. De jonge bomen leveren nog niet veel vruchten, maar dit wordt ongetwijfeld steeds meer. De aanloop van
kinderen in het park is erg groot. Eerder speelden ze tussen auto’s op straat, een onveilige en ongezonde situatie. In het park wordt hun fantasie en onderzoekend vermogen geprikkeld.”

Hoger doel
“Voor mij is het voedselpark ook een middel om een hoger doel te bereiken dat betrekking heeft op de toekomst van de mensheid. Onze missie is bewustwording van de mens dat wij in een kunstmatig systeem leven. Ik hoop dat de mensheid erkent om van onderaf daar verandering in te brengen. Verandering van bewustzijn, hoe wij in het leven staan, hoe het systeem werkt. Voedingspatronen, koopgedrag. Minder economisch, meer gezond en puur. ‘Delen’ vind ik een groot goed. Het geheim van vermenigvuldigen is delen. Als kinderen zich daarvan bewust zijn, kunnen we allemaal even rijk zijn en welvarend om te kunnen inkeren en tot werkelijke bevrijding van het ware ‘zelf’ te komen. Met ‘het systeem’ doel ik niet per se op mensen, maar meer het apparaat waarin wij moeten functioneren. In mijn optiek gaan mensen aan het huidige systeem kapot. Ze voelen zich gevangen en zitten in een soort angstpatroon, waardoor als hun wekker om 07:00 uur afgaat zij direct voelen: ik moet eruit om te werken, anders heb ik straks geen geld om mijn rekeningen en eten te kunnen betalen. Dat beperkt mensen in hun vrijheid en daarmee ontwikkeling.”

Onthechten
“Voordat ik de wereld verlaat, wil ik volledig onthecht zijn. Ik ben zeker betrokken bij het leven, maar ik wil er niet aan hechten. “De aarde is een brug, bouw er uw huis niet op”, zei Jezus. Hoewel ik niet gelovig ben, kan ik me goed vinden in deze uitspraak. Wat hij hiermee volgens mij wil zeggen, is dat wij ons hier niet moeten binden aan het ‘stof’ en onze verlangens.. Aan niets of niemand. Begrijp me goed: ik zeg niet dat houden van verkeerd is. Zeker niet. Juist niet. Liefde is een prachtig iets. Wij zijn wezens van licht en liefde, waarbij liefde potentiële volheid inhoudt. Het zou heel mooi zijn als we van anderen net zoveel kunt houden als van je eigen kinderen. Maar ook kinderen zijn niet ons bezit. Zelfs ons lichaam is niet ons bezit, dat laten wij achter op het moment dat wij ons leven laten. Sterven voordat ik doodga. Dat is mijn persoonlijke doel. Onthechten. Omdat ik niet terug wil. Niet omdat ik het leven hier niet waardeer, maar ik wil verder.”

Manipulatie
“Mijn overtuigingen over ‘het systeem’ en hoe wij op deze planeet worden ‘vastgehouden’, gaan heel ver. Ik geloof in een doel dat niet van ons is, maar dat wij worden gedirigeerd, gemanipuleerd en gehersenspoeld. Ik geloof zelfs dat wij in massale slavernij gehouden worden waardoor uiteindelijk onze wil wordt opgelegd. De beste slaven zijn slaven die niet weten dat ze slaaf zijn. Door manipulatie via radio, tv, sociale media en boeken denken wij te willen leven in dit systeem. Dit is opgelegd, het is geen pure vrije wil. Er zijn veel mensen die eenzelfde inzicht en overtuiging hebben als ik. Helaas ontmoet ik deze mensen nauwelijks. De groep van mensen die zich hier bewust van wordt, wordt wel steeds groter. Ik spreek soms mensen die zich met dit gedachtengoed identificeren, maar nog niet zover zijn om het te praktiseren. Dit komt door angst, die is erg bepalend.” Heeft jouw overtuiging een naam? “Nee, niet echt. Het is geen geloof, maar een innerlijk ontwaken waarbij de mens bewust wordt van het Zelf met een hoofdletter en zich her- innert wie het werkelijk is.”

Ontwaak!
“Naast mijn persoonlijke doel heb ik een liefdeswens: blijf niet dromen, maar ontwaak. Voor mij begint dat hier in Kampen. Ik wil dat mensen zelf durven te denken. Wat wil je zelf? Als mens, als individu? Als inwoner van Kampen? We zijn ten slotte vrije wezens. Mensen moeten weer met het Zelf in contact komen en kunnen streven naar volmaaktheid. Daar gaat het om. Dit is een weg die iedereen zelf moet afleggen op zijn eigen manier. De weg naar het hart is een lang traject al is deze nader dan handen en voeten. Er lopen zoveel lagen van manipulatie over ons heen dat het moeilijk is om tot je eigen kern te komen. Veel mensen zijn op zoek naar zichzelf, dat doen ze bijvoorbeeld door te reizen of proberen dat te bereiken via meditatie of yoga. Daarin raakt men in een bepaalde vorm van extase, waardoor vreugde ontstaat. Dit is echter nog niet echt wie wij zij of waar we moeten zijn, omdat ook hier opnieuw een verlangen in schuilt. Om het vuur van verlangen te doven heeft men water nodig. Het water van gnosis, kennis, het innerlijk weten.”

maandag 6 april 2020

Jan Heinecke - Een autovrije binnenstad!


“Waar zullen we gaan zitten?” vraag ik aan Jan Heinecke, ruim 26 jaar eigenaar van stripwinkel De Fantast. "Eh…”, we kijken om ons heen en constateren al snel dat dit niet lukt in de winkel die uit zijn voegen barst van de strips. Ook collectors items zoals kaarten, miniatuur stripfiguren en (bord) spellen nemen veel ruimte in beslag. Dan maar staand voor en achter de toonbank, waar we gedurende het interview af en toe plaatsmaken voor een tevreden klant die zijn/haar ‘buit’ wil afrekenen.

De Fantast is niet alleen een begrip in Kampen, ook stripliefhebbers uit de regio en zelfs uit de rest van Nederland weten de winkel goed te vinden. Jans liefde voor de strip ontstond al op jonge leeftijd: “Thuis lazen we met het hele gezin de Donald Duck. Hierna kwam de Eppo. Daar stonden meer én spannender strips in. Als we op kampeervakantie gingen ‘verdienden’ mijn broer, zus en ik strips door vervelende klusjes, zoals de afwas doen. We kochten dan bijvoorbeeld de Suske en Wiske. Als die uit was, ruilde ik het voor een ander stripboek, zoals bijvoorbeeld de pilotenstrip Tanguy & Laverdure. Dit vond ik zo’n spannende strip dat ik na afloop van een van de vakanties op zoek ging naar meer van deze strips. Deze serie was de basis van mijn verzameling.”

Winkel voor de leuk
Na militaire dienst, waar Jan als gewondenverzorger ingezet werd, had hij 101 verschillende baantjes. Een ervan was het werken in een stripwinkel in Zwolle waar hij zich volledig kon uitleven. Jan: “Helaas stopte de eigenaar er in 1993 mee. Dat was het moment om voor mezelf te beginnen. Ons eerste pand bevond zich aan de Burgwalstraat 16. De verzelfstandiging vond ik vooral door mijn ervaring in de winkel in Zwolle verrassend gemakkelijk gaan. Ik kende mijn weg in de wereld van de strip en had veel contacten. Mijn intrinsieke motivatie was zo sterk dat ik geen moment dacht dat mijn winkel een fiasco zou worden. En dat bleek: vanaf dag één was en bleef het druk! Dat kan ook niet anders, want eigenlijk is De Fantast gewoon een winkel voor de leuk. Mijn klanten zijn of worden hier altijd vrolijk!”

Favoriet
"De Bron en de Sonde vind ik heel goed. Niet alleen de verhaallijn, juist de fantastische tekeningen van Bourgeon maken de strip bijzonder goed. Het zijn de tekeningen die een strip goed maken. Meer nog dan het verhaal. Een strip is een visueel medium. Een redelijk verhaal met goede tekeningen vind ik geweldig en bij een goed verhaal met slechte tekeningen begin ik me toch te ergeren. Alles wat Enki Bilal maakt, vind ik schitterend. Eigenlijk is mijn smaak heel breed.”

Collector items
Uiteraard ben ik benieuwd naar unieke, oude en/of bijzondere exemplaren in Jans aanbod van meer dan 30.000 strips. Om deze te laten zien, hoeft hij geen stap te verzetten. Onder de toonbank ligt een aardig stukgelezen exemplaar van ‘Bulletje en Bonestaak’ uit 1928. Jan: “Daarnaast heb ik nog zwart/witte Suske en Wiske’s, luxe edities van strips en bijvoorbeeld gesigneerde exemplaren die in beperkte oplage uitkomen. Naast stripboeken verkoopt De Fantast artikelen die gerelateerd zijn aan een stripfiguur: "Deze haal ik overal vandaan. Bijna wereldwijd. Ik importeer bijvoorbeeld uit Amerika. Laatst was er iemand uit IJsselmuiden in Japan. Zij spotte daar buttons van de stripfiguur One Piece, belde mij op en stelde voor om een aantal dozen op te sturen. Mensen weten mij sowieso te vinden.”

Grotere winkel
Met De Fantast leeft Jan eigenlijk al zijn droom: “Ik voel me hier iedere dag superfijn en senang. Toch droom ik af en toe stiekem van een grotere winkel. Niet alleen voor de boeken, maar ook om ruimte te creëren waar striptekenaars hun boeken kunnen signeren en meer ruimte om wat activiteiten in de winkel te organiseren. Ook staat er nog een andere wens op mijn ‘bucketlist’. Naar aanleiding van de ‘Lord of the Ring’-films willen mijn vriendin Arjanne en ik graag een keer naar Nieuw Zeeland.”  

Autovrije binnenstad
Ook voor de gemeente Kampen heeft Jan een aantal wensen. In het bijzonder voor de binnenstad: “Maak de binnenstad vanaf de ring van de Burgwal volledig autovrij. Dit kan door het bouwen van parkeerplaats onder de hele lengte van de Burgwal. Hier kunnen we al het ‘blik’ kwijt, zodat we onze schitterende historische binnenstad nog meer benadrukken Er ontstaat ruimte voor terrasjes en pleinen waar mensen zonder hinder door autoverkeer kunnen zitten. Ook rijden de automobilisten de binnenstadbewoners niet meer bijna van de eigen stoep af. Organiseer tegelijk elektrische busjes waarmee winkeliers vanuit depots buiten de binnenstad worden bevoorraad. De hele Oudestraat vol met vrachtwagens is toch niet bevorderlijk om de stad aantrekkelijker te maken?”

Vanwege de corona-uitbraak is de winkel helaas tot tenminste 28 april gesloten. Men kan nog wel bestellingen doen. Dit kan op 2 manieren:

1. Via de telefoon.
     Van dinsdag t/m zaterdag tussen 10 en 12 uur
     kunnen bestellingen doorgeven worden via
     038-3320325.

2. Via het e-mailadres:

De bestelling kan dan opgestuurd worden of op afspraak worden afgehaald.



maandag 13 januari 2020

Hessiëlle Kerkhoff - Aandacht kost geen geld

Voor Hessiëlle Kerkhoff (48) staan ‘ontwikkeling’ en ‘groei’ hoog in het vaandel. Voor zichzelf, maar ook voor de mensen die zij professioneel begeleidt en voor de projecten die zij trekt, zoals het project ‘Een punt hebben’. Door dit project werd het afgelopen jaar in Kampen aandacht besteed aan de aanpak van laaggeletterdheid. Over aandacht gesproken: “Mensen verlangen ernaar om gezien en gehoord te worden. Mijn droom gaat over het geven van aandacht en in contact komen én blijven met elkaar!” aldus een maatschappelijk betrokken Hessiëlle.

Hessiëlle is altijd al geïnteresseerd in de ontwikkeling van mensen. Als dochter van een directeur van een basisschool en een bedrijfsmaatschappelijk werkster is het niet vreemd dat zij besloot na de Pabo de studie Pedagogiek te volgen. “Meer nog door mijn praktijkervaring als moeder ervoer ik van heel nabij hoe mooi een ontwikkelproces van een mens kan zijn”, vertelt Hessiëlle over haar drie jongens. Ze vervolgt: “Bij mijn theoretische kennis kwam ook nog mijn moederhart. Iedere fase is super interessant. De basis die je kinderen mee kunt geven, is liefde. Ik bagatelliseer de opvoeding niet, maar als je op liefde blijft terugvallen, heb je een onuitputtelijke bron van waaruit je kinderen mag en kunt begeleiden.”

Geremd door het systeem
“Na de Pabo belandde ik voor de klas direct in het strakke ritme van het onderwijs. Ik voelde dat ik daarin niet kon functioneren. Mijn verlangen om kinderen niet alleen te voeden met kennis, maar ook met ontwikkeling werd geremd door de omvang van een klas en de regels van het curriculum. Daarom ging ik pedagogiek studeren. Ik gaf les in het vak ‘omgangskunde’ op het mbo en ervoer opnieuw dat ook hier strakke afspraken de overhand hebben boven de vraag van jongeren hoe zij zich verhouden tot de maatschappij. Ik was meer tijd kwijt met het organiseren van het onderwijs dan het begeleiden van vraagstukken waar de leerlingen mee worstelden om zich überhaupt te kunnen ontwikkelen.”

Regeltjes afvinken
“Via (management)functies bij verscheidene organisaties zoals de kinderopvang en ouderenzorg werd ik opnieuw geconfronteerd met het systeem en mijn persoonlijke strijd daartegen. Hoe vereerd ik ook was en fantastisch ik het vond dat ik voor functies gevraagd werd, sommige rollen kon ik niet (meer) vervullen omdat ik me niet kon verhouden tot de focus op spreadsheets en het afvinken van regeltjes. Ik heb meer met het verhaal achter de spreadsheet. De interactie met de mens staat voor mij bovenaan. Als je in de kinderopvang de verantwoordelijkheid mag overnemen van ouders, heb je een klimaat te scheppen waarin kinderen optimaal gedijen. Ook in de ouderenzorg – een sector die in een aantal opzichten lijkt op die van de kinderopvang – heerst een spanningsveld tussen de regels en de uitvoering in de praktijk. Mensen die voornamelijk uitvoerend werken, willen het werk goed én met aandacht verrichten. De spanning om daar mee om te gaan, is in beide sectoren zichtbaar. In beide gevallen vroeg ik me af: hoe faciliteer ik mijn collega’s om hun gedrag zo aan te passen dat het feest van deze dag en het verhaal achter de mens aan bod komt? Opnieuw merkte ik dat ik de ontwikkeling van de mens én het geluk van de ontvangende ‘partij’ belangrijk vond.”

Ondernemerschap
“Na zes jaar directeur te zijn gewest bij een woonzorginstelling in Lelystad, besloot ik te vertrekken. Ik laste een kleine pauze in en koos ervoor niet meer in loondienst te werken. Ik wilde vrij en flexibel zijn en startte mijn bedrijf De Waerdmeester. Ik zocht een weg om daar invulling aan te geven. Op dat moment in mijn carrière had ik geen enkel idee hoe ik dat moest doen. Al doende ontdekte ik dat ik, naast het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van mensen, het ondernemerschap leuk vind. De boer opgaan, verkennen, onderzoeken en uitproberen, marketing en communicatie, acquisitie plegen. Alle ballen hooghouden, dát vond ik interessant. Met als basis het begeleiden van mensen in hun ontwikkeling, specifiek op het gebied van leiderschap, want daar had ik inmiddels affiniteit mee.”

De Waerdmeester
“Het ondernemerschap kent pieken en dalen. Toch kan ik nu doen waar ik goed in ben. Alle opdrachten moeten te maken hebben met de kern van waaruit ik leef: ervoor zorgen dat mensen voelen dat ze ertoe doen, een bijdrage leveren en, als het nodig is, ze begeleiden. Leiderschap is een belangrijk thema. Ik dacht dat dat een hiërarchisch bepaalde functie was, maar ik ontdekte al heel snel dat mijn passie over persoonlijk leiderschap gaat. Een verrijking, want er kwamen opeens andere mensen én opdrachten op mijn pad, bijvoorbeeld het project ‘Een punt hebben’ in Kampen.”

Een punt hebben
“Ik had veel ervaring in het leiden van projecten, dus ik dacht deze opdracht prima te kunnen vormgeven. Vorig jaar kreeg ik van iemand een bericht dat in Kampen een intensieve samenwerking werd gestart in het kader van laaggeletterdheid. Ik was meteen enthousiast. Dit liet ik blijken in mijn gesprek met de netwerkpartners, waarna ik het bijzondere project mocht leiden. De concrete doelstelling was in gezamenlijkheid ontwikkelen en experimenteren met methodieken op dit thema. Daarbij meegenomen het ontwikkelen van professionals in dit vakgebied om laaggeletterdheid goed te signaleren en te begeleiden naar ondersteuning. Als projecttitel is bewust gekozen voor ‘Een punt hebben’, omdat ‘laaggeletterdheid’ wringt. We spreken ook niet over ‘hooggeletterdheid’. We hebben een punt en willen een punt achter laaggeletterdheid zetten.”

De dialoog faciliteren
“Hoewel alle netwerkpartners (gemeente, bibliotheek, stichting Welzijn, voorschoolse voorzieningen en een aantal scholen) met dit thema aan de slag wilden, bleek dat zij hun handen meer dan vol hadden aan de dagelijkse praktijk. Ik zag mensen nog niet de juiste modus hadden omdat ze niet wisten waar en hoe ze hun steentje wilden bijdragen. Na drie maanden in de rol van projectleider sprak ik met iemand van de bibliotheek. Deze organisatie speelde en speelt nog steeds een belangrijke rol in laaggeletterheid. We constateerden dat meer dezelfde initiatieven ons niet verder zouden brengen en dat we de dialoog op een andere manier moesten faciliteren. We besloten andere wegen in te slaan, o.a. door het ontwikkelen van materialen die anders zijn dan gemiddeld. Samen met marketing en communicatie ontwikkelden we bijvoorbeeld een geweldige display en we organiseerden workshops voor medewerkers van zorggerelateerde organisaties. Ik ontmoette mensen die niet direct aan het project verbonden waren van wie de creativiteit tot nieuwe ideeën en initiatieven leidden om het gesprek over laaggeletterheid in Kampen te bevorderen.”

Taalwandeling
“Een gaaf initiatief is bijvoorbeeld de taalwandeling van plm. drie kilometer. Deze leidt door de wijk Brunnepe en kan in groepsverband gelopen worden. De taalwandeling is ontwikkeld voor het professionele netwerk, maar mensen die dit thema interessant vinden, raden wij ook aan de route te lopen. Bij aanvang krijgen ze een routekaart waarop QR-codes te vinden zijn. Die scannen ze met hun telefoon. Dan worden ze doorgelinkt naar een film die de nodige gespreksstof oplevert. Het doel van deze wandeling is ontmoeting en samen over het onderwerp laaggeletterdheid in gesprek gaan. De gemêleerdheid van professionals resulteert in constructieve kennismakingen wat leidt tot het delen van verhalen en vraagstukken om te komen tot nieuwe voorstellen.” (Meer informatie over de Taalwandeling is op te vragen bij taalpuntcoördinator Valerie Kiesouw, e-mailadres taalpunt@bibliotheekkampen.nl

Ff buurt’n
Een ander aansprekend initiatief is ‘ff buurt’n’ van Stichting Welzijn. Onder begeleiding bepalen mensen van deze stichting, samen met de deelnemende professionals, wanneer en in welke straten ze gaan buurten en met welke reden. Kernvragen zijn bijvoorbeeld: Hoe woon je in deze straat? Hoe is je woonbeleving? Heb je goed contact met de buren? Heb je wensen? Altijd is er een vooraankondiging via een in de buurt verspreide flyer. Duo’s bezoeken de huizen van bewoners die open staan voor een gesprek. De gesprekken via ‘ff buurt’n’ maakten mij blij. Ik was als projectleider in beginsel veel te veel bezig met de systeemkant (ontmoeting faciliteren, inspireren), maar via ‘ff buurt’n’ zag ik hoe ontmoetingen van mens tot mens ontstonden. Zowel professionals als de inwoners van de straat.”

Respect
“Ik heb nederigheid geleerd van dit project. Heel vaak kwam ik mezelf tegen. Ik had ergens onvoldoende invloed op of mijn invloed was onvoldoende constructief om ergens te komen. Dat ervoer ik in beginsel als falen. Gelukkig heb ik dat omgebogen naar een leerervaring. Ook ik ben lerend! Ik heb veel respect voor mensen die hun weg in de samenleving niet kunnen vinden door iets waar ze niets aan kunnen doen. Mijn kennis door en over dit thema is enorm gegroeid. Onze digitale wereld werpt voor een heleboel mensen een belemmering op. De intelligentie waarmee mensen verbloemen dat ze niet kunnen lezen en schrijven zich toch staande weten te houden, is knap. Ik vraag me oprecht af – dat sluit aan bij mijn strijd met het systeem – of wij als samenleving in staat zijn om elkaar voldoende te zien.”

Regie voeren
“Het is nodig in een gemeente om regie te voeren. Er is aanjaging nodig. De bordjes van professionals liggen zo vol met dagelijkse dingen dat er weinig tot geen tijd overblijft voor nieuwe initiatieven die hard nodig zijn om doelen te bereiken. Dit thema moet doorgaan. Het houdt niet op bij een eenjarig project. Het verbinden van partijen om gezamenlijk meer dan de som der delen te bieden moet boven aan ieders agenda staan. Het kost bijvoorbeeld veel geld als aanmaningen niet gelezen kunnen worden. Hierdoor komt men in de schulden. Let wel, het gaat niet over een financieel vraagstuk, maar dat is in onze samenleving nog vaak doorslaggevend voor besluitvorming. Voor mij betekent het veel meer dat iedereen in de samenleving kan meedoen en een bijdrage kan leveren. De samenleving is mooier als talenten (die iedereen in zich heeft) worden benut. Als je gehinderd wordt door bijvoorbeeld armoede of laaggeletterdheid, moet daar wat aan gedaan worden.”

Aandacht is gratis
“Dit alles heeft te maken met mijn droom. Als kind fantaseerde ik over een groot huis in het bos met oneindig veel kamers waar alleen maar gespeeld en gelachen werd. Er was genoeg te eten, te drinken en vooral was er aandacht. Daar zit mijn droom: aandacht. Aandacht kost geen geld. Er is aandacht in overvloed, we moeten het alleen aanwakkeren. Ik gun Kampen dat we aandacht voor elkaar hebben. Ik gun iedereen het feest van aandacht schenken aan elkaar. Je maakt er niet alleen een ander, maar ook jezelf blij mee. We verlangen in deze samenleving heel erg veel van eigen regie en initiatief, maar er zijn mensen die dat gewoon niet kunnen. Dit betekent niet dat de een de problemen voor de ander hoeft op te lossen, maar je kunt wel meedenken of luisteren. Ga met elkaar in gesprek, leg verbanden, zet je binnen je eigen mogelijkheden in en geniet!

woensdag 9 oktober 2019

Iris Boter - Het ultieme boek schrijven

“Omdat ik bijna letterlijk voel dat de letters vanuit mijn hersenen naar mijn mond een andere weg bewandelen dan naar mijn vingers vind ik praten lastiger dan schrijven”, start Iris Boter het interview. Dat dát wel meevalt, ervaar ik gaandeweg ons gesprek, waarin de Kamper schrijfster haar verhaal en dromen openhartig met me deelt.

Iris groeide op in Wijhe en had vanaf haar zesde jaar al een grote voorliefde voor zowel tekenen als schrijven. “Ik herinner me dat ik op mijn kamer een kleine schrijftafel had. In een schrift schreef ik verhalen die ik zelf illustreerde. De titel van mijn ‘boek’ schreef ik op de rug, waarna ik het in de kast bij de andere boeken zette. Eenmaal in het examenjaar van de havo vond ik het lastig om een keuze te maken over mijn vervolgopleiding. In eerste instantie richtte ik me op de School voor Journalistiek. Tijdens een open dag vroeg ik aan een student hoeveel tijd er werd besteed aan ‘creatief schrijven’. Dit bleek nihil! Onzeker over mijn tekenwerk besloot ik toch toelatingsexamen voor de kunstacademie te doen. Daar werd ik tot mijn grote verrassing aangenomen. Ik koos voor de opleiding ‘illustratieve vormgeving’.

‘Bleu als de neten’
“Zo ‘bleu als de neten’ reisde ik in het begin - op mijn zeventiende - dagelijks heen en weer tussen Wijhe en Kampen. Na twee jaar durfde ik de stap te zetten en betrok ik een kamer boven de Zeeman in de Oudestraat. Het studentenleven ging niet onopgemerkt aan me voorbij. Ik maakte veel vrienden en ging vaak uit. Feesten, leven, het gevoel hebben van zelfstandigheid, vrijheid en van ‘ik kan doen wat ik wil’. Toch kwam ik nooit buiten de geografische driehoek Kunstacademie-Zeeman-Station. Daarbuiten had ik niets te zoeken. Eerlijk gezegd vond ik Kampen suf en burgerlijk en dacht: Wanneer ik eenmaal geslaagd ben, ga ik naar een echte stad. Echter, vlak voor de diploma-uitreiking ontmoette ik Huib op wie ik heel erg verliefd werd. Samen besloten we toch in Kampen te blijven.”

Het balletje gaat rollen
“Op de kunstacademie werd verteld dat het heel moeilijk zou zijn om van ons vak te leven. Alleen de allerbesten hadden kans van slagen. Naast mijn werk als illustrator zocht en vond ik een bijbaan. Dat was zo’n twintig jaar geleden. Ik was toen een van de eerste illustratoren in Nederland met een eigen website. Mijn werk werd opgemerkt en ik kreeg een paar leuke opdrachten. Toen ging het balletje rollen. Ik werkte op dat moment bij een reclamebureau en moest steeds vrij nemen om mijn opdrachten af te krijgen. Ik besloot ontslag te nemen en me volledig op het tekenen te richten. Ook de drang om zelf boeken te schrijven, is nooit over gegaan waarbij de keuze voor kinderboeken bij toeval op mijn pad kwam. Mijn eerste opdrachten betroffen illustraties voor kinderboeken. Ik las de verhalen en werd enthousiast. Ik trok de stoute schoenen aan en liet de uitgeverijen weten dat ik niet alleen illustreerde, maar ook schreef. Tot mijn verrassing wilden ze met mij in zee.”

Adrenaline
Inmiddels schreef Iris maar liefst 31 boeken. De laatste in deze reeks van voornamelijk kinderboeken, is de succesvolle thriller ‘Buiten bereik’. Momenteel werkt ze aan een tweede thriller en een kort verhaal voor een thrillerbundel en er ligt een kinderboek bij de uitgever. Iris: “Bij het schrijven van een boek is er een aantal hoogtepunten. Om te beginnen een goed idee, dat zorgt voor een golf aan adrenaline waardoor ik zin krijg om met het verhaal aan de slag te gaan. Wanneer een uitgever aangeeft dit verhaal te willen uitgeven, ervaar ik dat misschien wel als het mooiste moment in het proces. Een ander hoogtepunt is wanneer ik het gedrukte boek fysiek in handen krijg. Daarna laat ik het los. Natuurlijk lees ik wel recensies, maar dan ben ik alweer bezig met het volgende idee.”

Coming-out
“Van alle boeken die ik schreef, komt ‘Wish you were here’ het meest uit mijn hart. Het boek,
geschreven voor jongeren, kwam in 2011 uit en is een verzonnen verhaal en een groot gedeelte autobiografisch. Vlak voordat ik mijn diploma kreeg, overleed mijn vader op zijn vijftigste plotseling. Tot dan toe had ik een fijne, rustige en rimpelloze jeugd. Dit ‘life event’ zorgde ervoor dat mijn hele leven overhoop gegooid werd. Ik werd in één keer volwassen. Dat proces verwerkte ik in het boek. Hoewel ik het iemand anders laat overkomen, vertelt dit boek veel over mij. Daarnaast heb ik bij het schrijven ervan mijn innerlijke criticus de mond gesnoerd, waarna de woorden vanzelf vanuit mijn hart ‘het papier’ raakten. Ik boorde een bron aan waarvan ik het bestaan nog niet wist. Ik ontdekte mijn innerlijke stem tijdens het schrijven van dat boek. Het is een soort keerpunt geweest. Ik beleefde de boekpresentatie als een soort ‘coming-out’. Ik wil nog vaker vooral vanuit mijn hart schrijven.”

Onrust versus creativiteit
Op de vraag of er nog andere wensen of dromen zijn, antwoord Iris: “Ik heb veel meer ideeën dan tijd. Dat vind ik weleens lastig. Ik kan namelijk nooit zomaar een boek lezen, een film kijken of een wandeling maken. Er ontstaan altijd weer nieuwe ideeën. Een geweldige rijkdom natuurlijk, dat besef ik terdege, maar het geeft ook onrust. Hoewel ik weet dat ik die onrust nodig heb om verder te komen en me te ontwikkelen, hoop ik toch dat ik op een dag hét ultieme boek kan schrijven waar alles in zit waarvan ik nu nog niet precies weet wat het is. Het boek waardoor alle onrust verdwijnt zodat ik het gevoel heb dat ik klaar ben. Het is een droom overigens, waarvan ik vermoed dat het nog lang op zich laat wachten voordat het uitkomt. Misschien maar goed ook. De onrust is mijn inborst en het geeft me de creativiteit die ik nodig heb voor mijn verhalen.”

Overdreven consumeren
“Ik maak mij best veel zorgen over de klimaatverandering. Ik zou willen dat wij mensen tot inzicht komen en stoppen met het overdreven consumeren van spullen die we niet nodig hebben. Ik word daar echt heel verdrietig van. Er zijn van die winkels die bomvol plastic rotzooi liggen, spullen met een waarde van 50 eurocent en mensen die het alleen maar kopen omdat het zo goedkoop is. Het doet me goed dat de huidige jonge generatie zich hiervan bewust is. Dat geeft me hoop. Iets anders wat me verontrust, is de toon die men tegenwoordig vooral via sociale media aanslaat. Die mag wat mij betreft in veel gevallen wel wat vriendelijker. Reageer wat rustiger en respectvoller op elkaars verhalen.”

Veel kansen!
“Net als ik zijn veel studenten na het volgen van bijvoorbeeld de kunstacademie en de School voor Journalistiek in Kampen blijven hangen. We leven in een klein stadje met veel creatieve mensen zoals kunstenaars en muzikanten. Er ontstaan veel initiatieven waar de gemeente best trots op mag zijn. Toon niet alleen die trots, maar stimuleer en waardeer deze initiatieven ook. De Kampenaren mogen sowieso wel wat trotser op hun stad zijn. Het is een prachtige stad met veel historie. Denk aan de Kogge en de vele historische panden. De Burgel ligt er ook zo verlaten en ingesloten door auto’s bij. Er liggen nog veel kansen ter verbetering. We mogen wel wat meer zichtbaar worden als stad. Als inwoners deze trots voelen en uitstralen, heeft dat zondermeer zijn weergave op de bezoekers!”